De hersenen 1
De hersenen in het kort
De hersenen zijn het meest ingewikkelde menselijke orgaan. Wetenschappelijk onderzoek bracht de afgelopen jaren steeds meer inzicht in het functioneren van de hersenen. Er valt echter nog veel te ontdekken en onderzoek naar hersenen en hersenaandoeningen blijft dan ook hard nodig. In dit gedeelte worden enkele belangrijke zaken over de werking van de hersenen opgesomd.
Maar hoe zien de hersenen er nu uit en waar dient alles voor? In de animaties van de Hersenstichting leert u meer over de anatomie en functies van de hersenen.
De hersenen
De hersenen worden ook wel encephalon of het brein genoemd. Ze vormen het deel van het centrale zenuwstelsel dat binnen de beschermende schedel ligt. In deze grijs uitziende massa worden allerlei belangrijke processen geregeld; autonome lichaamsfuncties als ademhaling en hartslag, maar ook mentale functies als denken en voelen. Ook de besturing van de motoriek van het lichaam wordt geregeld in de hersenen.
Indeling
Globaal zijn de hersenen in te delen in de kleine hersenen, de hersenstam en de grote hersenen. De grote hersenen zijn verdeeld in twee helften, hemisferen genoemd. Deze twee hemisferen worden met elkaar verbonden door de hersenbalk. Dankzij de hersenbalk staat informatie uit de ene hersenhelft ook voortdurend ter beschikking aan de andere hersenhelft.
Hersenkamers
De twee hersenhelften zijn opgebouwd rondom de vier hersenkamers (ventrikels). Deze kamers zijn gevuld met hersenvocht (liquor). De hersenen drijven als het ware in dit hersenvocht.
Dagelijks produceren de hersenkamers tussen de vier- en vijfhonderd milliliter hersenvocht. Dit wordt drie keer per dag geheel vervangen. Het hersenvocht dient als stootkussen voor de hersenen en het ruggenmerg. Daarnaast voert het afvalstoffen af en helpt het bij het handhaven van een goede lichaamstemperatuur. Aan de oppervlakte van de hersenen wordt het hersenvocht weer in de bloedbaan opgenomen, door kleine uitstulpingen die meestal op de hersenen liggen. Normaal gesproken bestaat er hierbij een evenwicht tussen productie en afvoer.
Kwabben
De oppervlakte van de hersenen (cortex) vertoont veel groeven (sulci). Deze groeven scheiden de windingen (gyri) van elkaar. Door alle windingen krijgen de hersenen een groot oppervlakte. Daardoor wordt de hoeveelheid zenuwcellen (neuronen) die de hersenen kunnen bevatten groter.
Sommige groeven zijn dieper. Deze groeven verdelen de hersenen in vier grote kwabben: de voorhoofdskwab (frontaalkwab), de wandbeenkwab (pariëtaalkwab), de achterhoofdskwab (occipitaalkwab) en de slaapkwab (temporaalkwab). De minder bekende vijfde hersenkwab is de insula: een driehoekig stuk hersenschors dat verstopt zit in een diepe hersengroeve. De frontaalkwab is de grootste kwab en wordt gezien als het meest geavanceerde deel van de hersenen. Deze kwab is verantwoordelijk voor het menselijke bewustzijn.
Hersencellen
De hersenen bestaan naar schatting uit honderd miljard hersencellen (zenuwcellen), die onderling elektrische signalen uitwisselen. In ons zenuwstelsel kan over grote afstanden informatie worden vervoerd via axonen. Axonen zijn lange uitlopers van de zenuwcellen die signalen geleiden van het cellichaam af. Een bundel axonen heet een zenuw. Dendrieten zijn korte uitlopers van zenuwcellen die signalen opvangen en naar de zenuwcel toe leiden. De contactzone tussen twee zenuwcellen waar de overdracht van de zenuwimpulsen plaatsvindt, heet synaps. Daar zitten ook synapsblaasjes (ook wel transmitterblaasjes). Deze zijn gevuld met chemische stoffen die transmitters worden genoemd. Wanneer een signaal wordt overgebracht van een axon naar een dendriet, komen er transmittermoleculen vrij. Deze overbruggen de synaptische spleet tussen beide cellen. Op die manier verplaatst het signaal zich van het ene neuron naar het volgende. Ons zenuwstelsel bevat verschillende transmitterstoffen, die allemaal een eigen rol hebben.
Gliacellen
Naar schatting bevatten de hersenen negen keer zoveel gliacellen als zenuwcellen. Gliacellen ruimen onder andere afgestorven zenuwcellen op en zorgen voor de stevigheid van de hersenen. Er zijn verschillende soorten gliacellen. Zo zijn er de oligodendrocyten, die een vettige myelineschede vormen rond de zenuwen. Wordt deze myelineschede afgebroken (zoals bij Multiple Sclerose), dan stokt de communicatie tussen de zenuwcellen. Astrocyten zijn gliacellen die de verschillende transmittermoleculen rond de synapsen reguleren. Bij schade zorgen deze gliacellen dat er groeifactoren vrijkomen. Microglia zijn de boodschappers van het immuunsysteem naar de hersenen toe. Deze gliacellen bestrijden infecties en reageren op stoffen die de neuronen kunnen beschadigen.
Hersenvliezen
De hersenen worden omgeven door drie hersenvliezen (meninges). Het eerste zachte hersenvlies (pia mater, zie afbeelding, nr 3) bevat bloedvaten. Hier omheen zit het spinnenwebvlies (arachnoidea, zie afbeelding, nr 2). In de ruimte tussen deze twee hersenvliezen lopen veel bloedvaten en bevindt zich hersenvocht. Om deze twee vliezen heen ligt het beschermende harde hersenvlies (dura mater, zie afbeelding, nr 1).
Gewicht
Het gemiddelde gewicht van de menselijke hersenen is 1330 gram. Dit gewicht zegt niets over intelligentie of over andere psychische factoren. Volgens schattingen krijgt één op de vier mensen te maken met een hersenaandoening. Aan de hersenen zelf voelen we geen pijn. Wel weten we dankzij onze hersenen of we ergens anders in ons lichaam pijn voelen.
Gelezen op Hersenstichting.nl
- Aangemaakt op .
- Laatste update op .
- Raadplegingen: 775